1. De tijd maakt uit
Jongeren gaan overdag naar school, dus in de avond heb je de meeste kans dat jongeren ook kunnen meedoen. Voor ouders kan overdag als kinderen naar school zijn soms juist een betere optie zijn. Onze ervaring is dat in de avond tussen 19.00 – 21.00 uur goed werkt voor de meeste jongeren en ouders, en dat je met een hapje eten erbij vanaf 18.00 uur ook nog zorgt voor wat gezelligheid en een informele kennismaking.
2. Knip bijeenkomsten op
Bij ingewikkelde en abstracte onderwerpen is het handig om bijeenkomsten op te knippen en voldoende tijd te nemen voor uitleg en vragen. Wijd het eerste gedeelte aan de vertaalslag maken naar wat het onderwerp praktisch betekent voor jongeren/ouders. Dan kan je in het tweede gedeelte vanuit gezamenlijke kennis in gesprek gaan en is het makkelijker voor de jongeren/ouders om mee te praten. Dit kan je ook opdelen in meerdere bijeenkomsten.
3. Creatieve werkvormen
Creatieve werkvormen inzetten helpt om onderwerpen vanuit andere invalshoeken te belichten, spreekt tot de verbeelding en helpt om de materie beter te begrijpen. Doe inspiratie op van goede voorbeelden uit de praktijk of ga samen met jongeren de bijeenkomst organiseren. Voorbeelden van creatieve werkvormen zijn:
- storytelling (ervaringsverhaal staat centraal)
- visualisatie (praktische vergelijking als leidraad)
- in gesprek vanuit het gevoel dat jongeren/ouders bij een onderwerp of de naam van jouw organisatie krijgen en dat uitdiepen
4. Zorg voor een veilige setting
Maak aan de start van de bijeenkomst afspraken over hoe je samen een veilige setting creëert waar mensen zich veilig voelen om hun verhaal te delen en vragen te stellen. Maak aan de start van de bijeenkomst afspraken over hoe je samen een veilige setting creëert waar mensen zich veilig voelen om hun verhaal te delen en vragen te stellen. Stem de afspraken af op de behoeften van de groep. Denk bijvoorbeeld aan:
- afspraken om de privacy te waarborgen (zonder naam: niet herleidbaar)
- dat ze alleen hoeven te vertellen waar zij zich prettig bij voelen (geen verplichting)
- dat ze vragen ook naar de ondersteuner mogen appen als ze vragen niet openbaar durven stellen
- dat er na de bijeenkomst ook ruimte is om na te praten (nazorg)
5. Een open gesprek
Laat gesprekstechnieken en methoden uit de hulpverlening los. Zet vooroordelen opzij en stel je open en neutraal op. Actief luisteren en doorvragen om ervaringen te begrijpen zijn hierbij belangrijk.