Zowel hulpverleners als nieuwkomers weten te weinig over elkaars cultuur om goed op elkaar aan te sluiten. Hierdoor ontstaat miscommunicatie, angst en weerstand. Door kennis over culturen te delen kan je meer begrip creëren en wordt het makkelijker om samen te werken aan verbetering. Check regelmatig of je elkaar goed begrijpt en geef ook aan dat ze iemand mogen meenemen naar gesprekken.
Geef ruimte om fouten te maken
Wantrouwen en angst neem je weg door te werken aan een vertrouwensband. Bij nieuwkomers is het belangrijk om niet te beginnen met regels, omdat de meeste nieuwkomers juist gevlucht zijn uit hun land omdat ze van alles moesten. Neem de tijd om elkaar eerst beter te leren kennen.
Nieuwkomers zijn niet gewend aan de manier van communiceren in de Nederlandse hulpverlening. Het is vaak erg gekaderd en je moet je vaak verantwoorden. Geef ook ruimte om fouten te maken door niet te snel consequenties op te leggen. Wees open en nieuwsgierig, ook naar de kleine dingen in het leven van nieuwkomers. Dan voelen zij zich meer mens en minder een nummer in de hulpverleningsrelatie.
Niet overtuigen, maar helpen accepteren
Probeer niet te overtuigen, maar help ze accepteren dat hulp nodig is. Dat doe je door duidelijk uitleg te geven over waarom bepaald gedrag schadelijk kan zijn. Bij ouders die vanuit drang of dwang met jeugdzorg te maken krijgen is het ook belangrijk om duidelijk uit te leggen wat betrokken organisaties doen en hoe zij kunnen helpen.